Rochel…rochel…

29 februari 2016 - Chiang Rai, Thailand

Wat leuk is om te vertellen over Myanmar is dat bijna alle mannen rokken dragen, Longyi genaamd. Het is een soort wikkelrok. Verder hebben de mensen daar twee voor ons vreemde gewoontes. De eerste is dat veel vrouwen en mannen een soort witachtige substantie op hun huid dragen, gemaakt van het sap van de bast van een boom, Thanaka genaamd. Ze zien dat als schoonheidsideaal. Het beschermt de huid tegen de zon en maakt de huid lichter. (Zie foto) De tweede gewoonte is een hele smerige. Hoe langer wij in Myanmar waren hoe meer we ons hier aan gingen ergeren. Het is een soort lichte drug die je op elke hoek van de straat kunt kopen. Het wordt gemaakt van de betelnut en betel bladeren. (Zie foto) Je moet erop kauwen maar je mag het niet doorslikken, dan wordt je misselijk. Wanneer je op dit spul kauwt wordt het rood van kleur en je speeksel zet aan. Als iemand dan met je praat of lacht zie je rode tanden. Het stinkt enorm en waar je dan ook bent in Myanmar liggen rode rochels op de straten. Echt smerig. En ook leuk, ze maken er ook echt een ranzig rochel geluid bij als ze het uitspugen. Je hoort dus de hele dag mensen rochelen. Jam!! Het effect van deze drug schijnt maar heel licht te zijn en het super slecht voor de gezondheid. Wij hebben het maar niet geprobeerd. Oké, nu weer verder met ons verhaal.

Na een lange rit zijn we aangekomen in Mandalay. Mijn eerste indruk van de stad is dat het een enorme grote stad is en niet heel veel gezelligheid uitstraalt. Grote drukke straten met veel (toeterend) verkeer en alleen maar hoge betonnen gebouwen. In heel Myanmar is het gebruikelijk om te toeteren wanneer je iemand inhaalt, je kunt je dus wel voorstellen hoe dat er in een grote stad als Mandalay aan toe gaat.

Het hotel waar we zaten was super. Een schone kamer met airco en een goede douche. Bovenop het hotel was een skybar waar je mooi uitzicht had over de stad.

De volgende dag hadden we het plan om een motorbike te huren. Gelukkig verhuurde ze deze ook bij ons hotel. Helmpies erbij. Goed daar gaan we. Sander reed en ik achterop. Hup, de weg op. Oh ja, hier weer rechts rijden. Daar gingen we. Ik had mijn camera in mijn hand, want we wisten uit eerdere ervaring dat we onderweg best wel eens wat tegen konden komen wat de moeite van een foto waard kon zijn. En...inderdaad. We reden de stad uit en ineens reden we door witte stof wolken en alles om ons heen wat wit! De bomen, de tegels, de huizen! De mensen? Wat is dit? Wat bleek in deze straat maakten ze enorme boeddha beelden van wit kalksteen. Ah, vandaar. Na een tijdje rijden op de verharde weg kwamen we ineens een enorme boom tegen midden op de weg en er was gewoon omheen geasfalteerd! Heb je dat ooit ergens gezien? Je zult ff niet opletten, zeg. Boem!! (zie foto) Maar boeddhisten hechten veel waarde aan bomen, liever eromheen dan omhakken. Wel heel mooi eigenlijk, maar niet heel erg praktisch. We hebben die dag het oude koninklijk paleis bezocht wat midden in de stad staat. We zijn naar een klooster geweest waar de monniken om 10.00 uur s 'ochtends in een lange rij staan te wachten om te mogen eten en naar de U-Bein bridge, een enorm lange houten loopbrug waar je een enorme mooie zonsondergang kunt zien. Je moet het allemaal gezien hebben, maar ik zal je de details besparen.

Na een paar dagen Mandelay reden we met een busje in 7 uur naar Bagan. Bagan is een zeer oude stad uit 849 en heeft de grootste verzameling Boeddhistische tempels, ruïnes en stoepa's ter wereld! Dat was andere koek. Wat een mooie omgeving! Een en al tempels en stoepa's, waar je ook kijkt. Oh ja, en e-bikes, geen motorbikes. Heerlijk rustig. Het jammere is alleen dat je af en toe niet wist of de scooter nu aan stond of niet, haha. De meeste toeristen boekten een tour, waarbij je met een groep in een busje alle bezienswaardigheden afging, maar wij zijn niet zo van de planning, dus e-bike gehuurd en zijn we er zelf op uit getrokken. We kregen een kaart mee van het guesthouse en we dachten, als er veel bussen bij een tempel staan dan moeten we daar zijn, en inderdaad. Wij hebben in 1 dag met z 'n tweeën een tweedaagse tour gedaan. Geloof het of niet maar aan het einde van de dag konden we geen tempel meer zien. Het eten was super in Bagan. Op advies van Q (een uit Nederland afkomstige medereiziger uit Hpa-an) gingen we eten bij Weatherspoon, een restaurantje en we hebben daar zowat elke dag gegeten. Heerlijk! Thanks Q!

In Bagan is het eigenlijk wel gebruikelijk om ten minste 1 keer de zonsopgang mee te maken. En wat zijn wij blij dat wij dat ook gedaan hebben en wat een avontuur!Beeb, beeb, beeb. De wekker ging om 05.00 uur. Ja, je leest het goed! Opstaan! Opstaan! Hoorde ik Sander zeggen. Wij zijn allebei niet van het vroege opstaan, dus dit alleen was al een enorme uitdaging voor ons. Goed, uiteindelijk gaf de doorslag het feit dat de zon niet gaat zitten wachten op ons, dus hop eruit. Ik deed een lange broek aan en een dik fleece vest. Sander stond daar in zijn T-shirt en korte broek. Haha. Denk je dat het koud is, zegt hij. Ja, dat denk ik wel. Toch ook maar een fleece mee, die hij, zodra we deur uitliepen, gelijk aan deed. Wij dachten dat wij de enige waren die zo gek waren deze tijd op te staan. Een drukte op de weg! Iedereen wilde blijkbaar de zonsopgang zien. Onze e-bike opgehaald, die tent is dus al om 4.00 uur open, en gaan! Ik moet er wel bij vertellen dat wij de dag daarvoor in het daglicht de weg al een keer hadden afgelegd, omdat we van onze kennis Q te horen hadden gekregen dat er een bijzondere plek was om de zonsopgang te zien. Een plek waar je niet staat met honderden andere toeristen, maar misschien 10 anderen. Het was dus even zoeken waar dit precies was, maar we hadden het gevonden en in het donker moest dit ook wel te doen zijn. We rijden gewoon dezelfde weg weer als gisteren. Na een tijdje over de weg te hebben gereden, dachten we, die afslag had er toch allang moeten zijn? Bleken we gewoon 10 minuten te ver zijn doorgereden. In het donker zie je dat dus echt niet en dat smalle zandpaadje wat daarna kwam al helemaal niet. Drie keer een en weer gereden te hebben op zoek naar dat zandpaadje dacht Sander ik rij gewoon die kant op, zandpad of niet. Au, au, au, ik kwam de hele tijd met mijn benen tegen de struiken aan, dus benen maar omhoog. Moet er hilarisch uit hebben gezien, denk ik. Het was superkoud, rillend zoeken in het pikkedonker en onder tijdsdruk staan was geen pretje. Af en toe gingen we bijna onderuit omdat het zand rul was, maar uiteindelijk al lachend en haastend, vonden we ons geheime plekje voor de zonsopgang en het was nog donker. Yes! Er was helemaal niemand. Met een zaklamp gingen we via een geheim trapje de tempel op. En nu wachten…Laat het spektakel maar komen. "Heej, wat is dat nou!" In de verte zien we 8 lampjes aankomen. "Nee!! Hoe kan dat! Hoe kunnen zij dit ook weten?" Bleek een local te zijn die erbij was om deze toeristen hierheen te leiden. Gelukkig bleef het bij 8 en het was vele stukken beter dan de toeristische plek die we konden zien in de verte waar ze met z'n honderden stonden te dringen. Wat een zonsopgang. Zo ongelooflijk mooi! Het had iets mystieks. De mist, het licht wat telkens veranderd, de enorme hoeveelheid luchtballonnen die opstijgen over het land gaan en weer neer komen. Geweldig mooi. Zie foto.

Na dit avontuur was het weer tijd voor wat ontspanning, dus op naar het strand! We gingen met de bus, zo'n grote reisbus, maar deze was super krap en totaal niet comfortabel zoals in Thailand. Toen we aankwamen waren we allebei gebroken en Sander voelde zich helemaal niet goed. Die avond ben ik er zelf maar even op uit gegaan om ergens wat te eten, terwijl Sander even ging bijslapen. Ik dacht het eerste wat ik wil zien is het strand en misschien daar ergens een gebarbecued visje scoren. Ik liep het pad op wat naar het strand leidde en kwam op het strand te recht. Wat ik daar zag overtrof al mijn verwachtingen. Ik had gehoopt op een oase, maar ik wist niet wat ik zag. Op het strand reden motorbikes, van die herrie makende dingen. Op het zand lagen enorme velden van sardientjes of ansjovis visjes te drogen in de zon en de lucht die daarvan af kwam was niet normaal. Het zand was niet wit maar bruin/grijs zoals bij ons in Nederland, het zeewater was bruin/grijs en troebel en overal lag plastic en afval. Wat is dit, dacht ik! Niet bepaald wat ik had verwacht. Sander vroeg; "En? Hoe was het strand?".

We besloten de volgende dag een stuk te gaan lopen langs het strand koffie te gaan drinken in 1 van de vele luxe resorts die er waren en wat waren we blij dat we dat gedaan hadden. Helemaal aan het einde zat een 5 sterren resort The Bay of Bengal. Wat een fantastisch hotel en omdat het aan het eind was leek het wel een privé strand. Super rustig, het hotel was ook bijna leeg. Waarschijnlijk omdat het niet te betalen was, 250 euro per nacht. Het eten was super goed en de koffie ook. We mochten voor 5 dollar per dag de hele dag bij het zwembad liggen. We zijn er bijna een week gebleven. We sliepen zelf in een budget hotel een stuk verder op en genoten van de luxe van het 5 sterren hotel. Wat een service en wat waren ze blij ons te zien elke dag!

Ook zijn we een dag naar Chaungtha beach gegaan. Een ander strand een uur rijden van waar we waren. We huurden wederom een motorbike en dit bleek ook de enige manier te zijn om daar te komen. We gingen met z'n tweeën en het enige wat we wisten was dat we 3 pontjes (ferry's) zouden tegenkomen en dat de weg zich vanzelf zou wijzen. Er was geen kaart te krijgen en op onze navigatie op de telefoon kwamen we ook geen wijs uit. Nou, we gaan maar gewoon en we zien wel. Het eerste stuk ging goed. Er lagen betonnen platen dus dat reed prima. We kwamen door een dorp en vroegen of we goed reden en dat was zo. Op een gegeven moment hielden de betonnen platen op, door het zand dan maar en daar was ons eerste pontje. Motorbike erop wat al een hele belevenis was. Aan de overkant konden we niet anders dan over het strand rijden. We volgden maar gewoon de sporen van de andere motorbikes al was er verder niemand te zien. Na een tijdje kwamen we aan in een dorpje. Toch maar even vragen of we goed gaan. '' Die kant op" zei de man die we tegenkwamen. Wij die kant op en ineens hielden de bandensporen op. En nu? We kunnen toch niet door het water? Wij weer terug rijden en reden de andere kant. "Nee" zegt een andere man, "je moet die kant op" en wees naar de weg waar we vandaan kwamen. Wij toch maar weer die kant op. Toen zagen we in de verte een pontje aankomen. Motorbike erop en gaan. Na een stuk rijden over strand en zandpad kwamen we bij het derde pontje. De aanmeerplaats was wat duidelijker te zien dan de vorige. Chaungtha beach was mooier dan het strand waar wij zaten. Geen motorbikes op het strand. Gezellig restaurantjes en winkeltjes, maar ook hiervoor geldt, de weg ernaar toe is vaak mooier dan de eindbestemming. De terug weg was natuurlijk een stuk makkelijker maar ook mooier omdat we over het strand reden met een fantastische zonsondergang.

Na ons strandavontuur gingen we met de bus naar Yangon. Dit is de grootste stad van Myanmar. Vanuit hier vliegen we terug naar Bangkok om door te reizen naar Laos, onze volgende bestemming. Yangon is vergeleken met de rest van Myanmar het meest ontwikkeld. We hadden niet zo'n goede verhalen gehoord over deze stad maar het is ons reuze meegevallen. We hadden trek en gingen op zoek naar een restaurant. Normaal stikt het van de restaurantjes in een grote stad, maar hier niks. Na een tijdje zoeken kwamen we in een straat en het leek wel of ze daar alle restaurants hadden verstopt. Het was een lange straat met alleen maar restaurants en iedereen zat buiten. Super gezellig en druk! Wat een ontdekking! De volgende dag hebben we te voet een citytour gedaan op eigen houtje en s' avonds hebben we gegeten in een rooftopbar met een geweldig uitzicht op de Schwedagon pagode. Dit is een mega grote gouden pagode die s' avonds verlicht word waardoor het lijkt alsof deze licht geeft. Zie foto. De dag daarna vertrokken we richting Bangkok, klaar voor ons volgende avontuur!

Liefs van Sander & Jessica.

(22 nieuwe foto's geplaatst)

Foto’s

4 Reacties

  1. Hans van Hooft:
    29 februari 2016
    Wat een heerlijke verhalen, en wat een avontuur geniet er van en vertel nog meer van deze mooie belevenissen, we missen jullie natuurlijk maar deze mooie verhalen maken het leven zonder jullie veel dragelijker .Veel liefs en vooral heel veel geluk en wondermooie momenten.
  2. Ludo Acquoy:
    29 februari 2016
    Wat leuk geschreven!!!, wat een avontuur, prachtig
    Veel plezier met het volgende avontuur!!!
  3. QQ:
    29 februari 2016
    Hello Jessica en Sander,
    Wat een prachtig verhaal, leuk geschreven. Ik kan jullie vertellen, dat het heel bijzonder is om de beelden van jullie bestemmingen op m'n netvlies te hebben. Wat betreft mijn tips ......graag gedaan, haha. Alleen wat betreft de tekst over Chaungtha Beach; ".... maar ook hiervoor geldt, de weg ernaar toe is vaak mooier dan de eindbestemming...", ben ik het niet met jullie eens. Ook daar is een plek, die nog niet veel mensen kennen. Ik noem het paradijs en zal daar volgend een paar dagen mijn tentje opzetten. Ik koester dit soort, zoals jullie het noemen, geheime plekjes. Jullie hebben Myanmar achter jullie gelaten, ik vond het gezellig om met jullie, tijdens een geslaagde (herkansing) afscheid van Hpa-An lunch, onze avonturen te delen.
    Ik blijf jullie volgen.
    Een mooie reis verder.

    Groet vanuit een winters Holland, Q.
  4. Bernhard:
    4 maart 2016
    Such a pleasure meeting you .Allthough we just had two short evening talks you really inspired me! Enjoy and stay as open as you are.Sicerly Bernhard from Chang Rai Guesthouse